Verhalen

Zij deelden hun verhaal

foto DES-dochter

Suzy

Vanaf mijn 13e weet ik dat ik DES-dochter ben. Mijn moeder had er een TV-programma over gezien en had de indruk dat zij één van de vele vrouwen zou kunnen zijn die het z.g. DES-hormoon had gekregen vanwege een vroege en een dreigende miskraam. Toen is het medische dossier opgespoord waar uit bleek dat het inderdaad DES was. Dat dossier moest ik goed bewaren voor later als eventueel bewijsmateriaal.

Ik heb altijd al geweten dat ik kinderen wilde en altijd in mijn achterhoofd gehouden dat het wel eens heel moeilijk zou kunnen worden. Toen ik al vrij snel in verwachting raakte, was ik erg blij maar ook wel een beetje angstig voor een vroeggeboorte. Alles verliep prima tot in de 28e week, pijn in mijn rug en ik begon vocht te verliezen vanaf de 29e week. De huisarts dacht dat het urine was, terwijl ik zeker wist dat dit niet het geval was. Ik bleef maar een rot gevoel houden. De dokter had me wel gevraagd wat vocht op te vangen, dan kon hij het nakijken. Later belde hij om te vertellen dat hij toch twijfelde en hij had zelfs een afspraak voor me geregeld bij de gynaecoloog voor de volgende dag.
Diezelfde avond begon ik ook bloed te verliezen en ben ik, toch wel een beetje paniekerig, naar de dienstdoende huisarts gegaan. Die zag wel dat het serieus was en stuurde me meteen door naar het ziekenhuis. Ik was toen nog geen 30 weken zwanger. Ze deden daar een testje en zagen meteen dat het vruchtwater was. Ik werd opgenomen tot aan mijn bevalling, wanneer die ook komen zou….

Een vroeggeboorte
Ik lag in een streekziekenhuis en dat wilde geen kindjes van beneden de 32 weken. Als ik weeën zou krijgen, zou ik alsnog naar het LUMC vervoerd worden. Ze hebben me wel longrijping prikjes gegeven voor het geval de bevalling door zou zetten. Het kindje groeide goed en ze controleerden mij via bloedprikken elke dag op eventuele infecties. Het bleef redelijk rustig, tot mijn 34e week. Toen werd het kindje te rustig. De dokter kwam vertellen dat het goed was zo en dat ze hem gingen halen. Menno was 34 weken oud, woog 2130 gram en was gelukkig kerngezond. Hij mocht na 3 weken mee naar huis.

Nog meer problemen
We wilden graag een tweede kindje. Gelukkig volgde vrij snel een positieve test, maar na 5 weken ging het mis en werd ik ongesteld. Voor de zekerheid toch een echo laten maken maar daar was niets meer op te zien. Daarna was ik erg moe en voelde me niet lekker. Ik werd ongesteld en bleef heel lang oud bloed verliezen. Dus naar de dokter en bloed laten prikken, maar daarin was niets vreemds te zien. Toevallig moest ik ook voor DES-controle en vertelde de gynaecoloog mijn klachten. Niets aan de hand was zijn mening.
Tot ik heel erge buikpijn kreeg en werd doorgestuurd naar het ziekenhuis. Ze maakten een echo waaruit bleek dat ik een buitenbaarmoederlijke zwangerschap had. Ik werd meteen geopereerd waarbij er ook een eileider werd weggehaald. Ik was bang dat het nu echt moeilijk zou worden om een tweede kindje te krijgen.

Een tweede zoon
Het geluk was aan mijn kant. Opnieuw een positieve test en op de vroege echo waren twee belletjes te zien, voor een hartslag was het te vroeg. Na een paar spannende weken volgde de tweede echo, we zagen twee kloppende hartjes! Gelukkig en gespannen tegelijk: een tweeling, dus nog meer kans op complicaties. Het ging goed, hoewel ik in de 10e en 17e week wel bloed verloor. Al die tijd heb ik gedacht en gezegd dat ik ze niet lang binnen zou houden, maar elke dag was er één.
Met 28 weken braken mijn vliezen en ben ik meteen naar het LUMC te Leiden gebracht; daar hebben ze me aan de weeënremmers gezet. Na 6 dagen hadden die geen effect meer. En hoewel ik er nog lang niet klaar voor was, werd ik ingeleid voor een natuurlijke bevalling.
Het eerste kindje, Rens, woog 1366 gram en ademde zelf. Na even rusten kwam Martijn; hij woog 1477 gram en ademde ook zelf. Ze hadden dus voor die termijn goede gewichten.
Na 6 zware weken mochten de jongens tegelijk mee naar huis, wat was ik blij! Het zijn drie opgewekte jongens (10 en 8 jaar) die het thuis en op school goed doen. Eigenlijk hadden we wel meer kinderen gewild, maar we geloofden beiden dat het niet verstandig zou zijn om het nog eens te proberen. Ik ben nog steeds erg blij met drie gezonde kinderen!