Nieuws
Gedichten van een DES-dochter
DES-dochter Meta schreef een aantal gedichten aan haar nooit geboren kind. Ze vertelt hier zelf over:
"Het eerste gedicht ben ik gaan schrijven omdat ik iets zocht om afscheid te nemen van mijn kinderwens. Ik realiseerde me dat ik geen plek had of iets anders om afscheid te nemen of naar toe te gaan. Het zo gewenste kind mocht er niet komen. Het schrijven heeft me geholpen om van mijn nachtmerries af te komen. Ik droomde namelijk vaak dat ik lag te bevallen en dat iedereen riep: "Het achtste wonder". Ik wist in mijn droom dat het niet mogelijk was, maar toch....Ik was er soms de hele dag door van slag. Na het schrijven van het eerste gedicht was ik van die soms nare en heftige dromen af."
Meta deelt de gedichten graag met andere DES-dochters in de hoop dat ze hen hiermee kan helpen.
Afscheid
Dag, mijn lief kind
Al heb ik je nooit gekend,
was je een jongen of een meisje,
ach je was zo gewenst.
Die "mooie" medische wetenschap
vermoordde jouw bron om tot ontwikkeling te komen
en ondanks alle kennis en techniek
vervlogen al mijn dromen.
Ik mis jouw armpjes om mijn nek,
het knuffelen en het stoeien,
jouw traantje en jouw lach,
ik kan jou nooit zien opgroeien.
Jouw leven had zo waardevol kunnen zijn,
want door alle warmte en liefde die jij had gekregen,
zag ik jou voor me als een lichtend zonnestraaltje
dat zoveel licht en warmte had kunnen geven.
Ik hoopte zo dat ik voor jou
een echte moeder had kunnen zijn,
ik had je zoveel liefde willen geven,
maar het heeft niet zo mogen zijn.
Vaarwel, lief kind.
Ik mis je nog steeds
Dag mijn lief kind, daar was ik weer.
Ik had dan wel afscheid genomen, maar ik mis je nog steeds.
Ja, je zou nu te groot zijn geweest voor de armpjes om mijn nek,
te groot voor het knuffelen, maar misschien nog wel het stoeien.
Al was het stoeien nu niet zo zachtjes meer geweest.
Ach, ik had gehoopt dat de pijn over zou gaan,
dat, nu ik wist dat je groot zou zijn, het gemis minder werd.
Maar iedere fase heeft zijn eigen pijn.
Ze zeiden altijd: Alles wat klein is, is lief, maar als het groot is!
Het tegendeel is waar.
Iedere fase heeft zijn pijn en vreugde,
beiden horen bij elkaar.
En ik, ik had willen zien hoe je nu zou zijn geweest,
was je van een zonnestraaltje een zonnestraal geworden?
Ik had je willen begeleiden,
delen in je vreugde en verdriet.
Zou ik die fantastische moeder geworden zijn?
O, ik zou vast geen makkelijke moeder zijn geweest.
Maar wel één die zijn best doet om je te begrijpen,
waar je altijd bij terecht kon.
Die je ongetwijfeld teveel had willen beschermen,
maar wel één die onvoorwaardelijk van je had gehouden.
Dus kind…
ik mis je nog steeds.
Dag mijn lieve kind
Dag mijn lieve kind.
Daar was ik weer en.. ik mis je nog steeds.
Hoe zou het nu met je gaan, zou je getrouwd zijn?
Zou je nu zelf kinderen hebben gekregen?
De gedichten die ik over jou heb geschreven
Zouden nu over de kleinkinderen kunnen gaan.
Ik mis jou, je zus of broer,
Ik mis een huis vol kinderen.
Hoe ouder ik wordt hoe groter de leegte,
Hoe groter het gevoel van eenzaamheid.
O we hebben het samen goed hoor,
maar het is wel stil.
Ach ja, hoe zou ik als oma zijn geweest?
Net als bij jou? Beschermend, overbezorgd?
Zoals ik hoopte voor jou een echte moeder te zijn,
hoopte ik ook een echte oma te zijn.
Ik had ze ongetwijfeld heerlijk verwend.
Immers wat thuis niet mag, mag bij oma vaak wel,
en als ze lastig worden gaan ze weer fijn naar huis.
Wat ik altijd hoor, hoe bijzonder
het is als je kind zelf een kind krijgt,
het was voor mij niet voorbestemd,
maar stel me vaak voor hoe het zou zijn geweest.
Dus kind ik denk nog vaak aan jou,
en ik mis je nog steeds.
Dankjewel Meta dat we je gedichten mogen plaatsen!