Nieuws
"Wie zorgt er later voor mij?"
“Wie zorgt er later voor mij?”
De transitie in de zorg komt steeds dichterbij. Vanaf januari 2015 organiseren de gemeenten de zorg voor alle groepen hulpbehoevenden. Ouderen, chronisch zieken, probleemjongeren, mensen met een psychische aandoening. Over veel zaken heerst nog onzekerheid. Eén ding is wel duidelijk: mantelzorgers gaan een steeds grotere taak in de zorg op zich nemen omdat mensen langer thuis blijven wonen. Maar wat als je geen mantelzorgers om je heen hebt? Wie zorgt er dan voor je als je ziek wordt? Ria vraagt zich dit bezorgd af.
Ria weet sinds 1992 dat ze DES-dochter is. “Bij mij werden de bekende verschijnselen vastgesteld: pofmouwtjes aan de eileiders, een hanenkam bij mijn baarmoeder.”
Na haar huwelijk bleef een zwangerschap uit. “Mijn eileiders bleken niet doorgankelijk. Ik heb toen in vier maanden tijd drie operaties gehad. Gelukkig werd ik zwanger, maar de blijdschap was van korte duur. Het was een buitenbaarmoederlijke zwangerschap.”
Opnieuw volgde een operatie.
De arts zei tegen me: “Ria, als ik zie dat je andere eileider er ook slecht aan toe is, wat wil je dan dat ik doe? Het risico dat je opnieuw een buitenbaarmoederlijke zwangerschap krijgt is dan erg groot.” Ik zei tegen hem: “Haal hem er dan maar uit.” Ik heb altijd veel vertrouwen in mijn arts gehad, hij is een geweldige man.”
Na de operatie vertelde de gynaecoloog dat hij Ria’s andere eileider had afgesloten met een tie-wrap. Zij en haar man besloten nu om voor IVF te gaan.
"Dat hebben we drie keer gedaan. Na de laatste behandeling hadden we nog cryo’s (ingevroren embryo’s) in de vriezer. Die wilden we laten terugplaatsen, maar toen ze waren ontdooid bleken ze niet levensvatbaar. Opnieuw een klap.”
Het hoofdstuk ‘kinderwens’ was hiermee afgesloten. Ria’s echtgenoot ging bij haar weg. “Hij zei letterlijk dat ik geen echte vrouw was. Daar kon ik het mee doen.”
De periode van de echtscheiding en de rouw om de definitieve kinderloosheid moest Ria alleen doormaken. “Dat was erg zwaar. Ik was gescheiden en ik had geen kinderen.”
Nu, zoveel jaar later, is het gemis van het moederschap er op gezette tijden nog steeds. “Af en toe speelt het gewoon weer op. Ik werk in de jeugdzorg en dan vragen jongeren mij wel eens: “Waarom heb je zelf geen kinderen?” Dat doet nog steeds zeer. En als ik nu in mijn omgeving hoor van vriendinnen die kleinkinderen krijgen dan denk ik: ja, ook dat mis ik.”
Nu de nieuwe plannen rondom de zorg in januari van start gaan, maakt Ria zich zorgen om de toekomst.
"Wie zorgt er later voor mij, denk ik wel eens. De overheid vindt dat veel meer door mantelzorgers opgepakt moet worden. Vaak zijn dat kinderen, maar die heb ik niet. Een partner heb ik ook niet. Door alles wat ik heb meegemaakt en het feit dat ik daarnaast altijd fulltime gewerkt heb, laat mijn gezondheid wel eens te wensen over. Dat zijn momenten waarop ik somber word over mijn toekomst. Ik weet wel dat niemand in de toekomst kan kijken, maar wat ik me afvraag: heeft de overheid er wel eens over nagedacht dat er mensen zijn die geen kinderen hebben? Die geen vangnet hebben als ze oud of hulpbehoevend worden? Ik vind dat daar best eens aandacht aan besteed mag worden.”